Tijd voor een PROsitieve politiek
Onze samenleving onderging de laatste 60 jaar verschillende veranderingen. Sommige veranderingen veroorzaakten zelfs hele revoluties. Ik denk bijvoorbeeld de digitale revolutie sinds de komst van de computer of de communicatierevolutie sedert het internet. Onze samenleving veranderde enorm, maar helaas stel ik vast dat het op politiek vlak niet zo snel mee-evolueerde.
Over het algemeen wordt ons politiek debat vaak bepaald en verlamd door vast te houden aan de traditionele kleuren en dus partijen (rood, groen, geel, blauw, oranje …). Dat leidt tot tegenstellingen en denken in verouderde termen zoals links versus rechts, werknemers tegen werkgevers, conservatief tegenover progressief. Dat is uiteraard geen toeval: politiek wordt bepaald door partijstrategen die houden van zwart-wit-tegenstellingen. Die tegenstellingen worden bovendien nog eens uitvergroot in de aanloop naar verkiezingen. En vermits we in ons land verkiezingen genoeg hebben, blijft een sfeer van moddergooien, stoerdoenerij en luchtkastelen zeer lang hangen. Het maakt vele mensen moe van politiek, terwijl een democratie net om het omgekeerde vraagt…
Ik geef het toe, jaren heb ik zelf meegewerkt aan partijstrategieën. Als tiener zette ik me met hart en ziel voor in voor CD&V: ik werd gemeenteraadslid, jongerenvoorzitter voor regio Asse en congresvoorzitter JONG CD&V nationaal. En ook als leerkracht en als zelfstandige kom ik met veel mensen en in het bijzonder jongeren in contact. Ook in het verenigingsleven (kwb, scheidsrechter basket VBL) hoor ik veel wat mensen bezig houdt.
Ik merk dat er een grote kloof is tussen de publieke opinie en effectieve (politiek) besluitvorming. Daarom komen zoveel mensen op straat (gele hesjes, klimaatmarsen, mars tegen migratiepact,..)
Zo kwam ik de laatste jaren steeds meer tot inzicht dat de manier van politiek voeren niet meer overeen kwam met mijn ideeën, gevoeligheden en visie. Ik voelde mij naargelang de context en het thema de ene keer meer ‘socialist’, dan weer ‘Vlaams nationalist’, ‘centrumdemocraat’, ‘liberaal’ of ‘groen’ …
Ik probeerde binnen de bestaande structuren de gang van zaken te veranderen, maar botste vaak tegen eenzelfde muur: een muur van particratie, van familiecratie enzovoort. Een muur van onwil om het vastgeroeste partijpolitieke systeem grondig te veranderen. Daardoor kreeg ik het gevoel dat traditionele partijen niet echt bezig zijn met de burger, maar wel met het ‘eigen belang’. Dat gevoel versterkte alleen maar door de politieke actualiteit (vb. schandalen, de GROTE verandering van NVA, de koudwatervrees voor of politieke recuperatie van bosbrossers ed) Ook het willens nillens in de familie willen (moeten?) houden van de partijscepter (zeg maar familiecratie of politieke dynastieën).
Ik sta niet alleen met dat gevoel. Wie de politieke actualiteit volgt, weet dat ons land op het vlak van politieke participatie het slechtste rapport behaalde van de Europese landen met een 5/10. Uit het rapport blijkt een lage politieke interesse én betrokkenheid onder de bevolking.
Ook buiten Europa heeft onze democratie geen goede naam. In de democratie-index van The Economist moet België landen als de Verenigde Staten, Italië, Indië, Botswana … enzovoort voor laten gaan. Onze democratie wordt omschreven als een ‘gebrekkige democratie’, terwijl onze buurlanden gezien worden als een ‘volledige democratie’.
In zekere zin moeten we niet ver zoeken voor dat soort van berichten. Denken we bijvoorbeeld aan de enorme macht en invloed van de partijbureaus en partijvoorzitters in ons politiek systeem. Dat is democratisch gezien allerminst een goede zaak. Partijen spiegelen democratie voor, terwijl ze soms allergisch zijn aan afwijkende meningen en dus democratie binnen eigen rangen. Dat kan men heel goed zien in bijvoorbeeld de fractiediscipline, waarbij in de praktijk de verkozenen altijd unaniem stemmen.
Iedereen heeft het wel eens ondervonden, zeker op lokaal vlak. Iedereen kent wel een kandidaat-gemeenteraadslid waarmee het ‘klikt’: iemand waarvan je denkt dat hij of zij jouw visie het best begrijpt en kan uitdragen. Of iemand waarvan je denkt: die persoon heeft fijne ideeën of een visie om de samenleving beter te maken. Wanneer dan blijkt dat die kandidaat effectief verkozen wordt, hoop je van harte dat er zaken gaan veranderen. En dan blijkt dat er van die nieuwe ideeën/voorstellen weinig in huis komt omdat de kandidaat zich moet voegen naar het standpunt, de strategie of de lijn van zijn partij of coalitie.
De macht van een partijbureau kan zelfs verder gaan dan dat. Na de voorbije gemeenteraadsverkiezingen kregen verschillende partijafdelingen (in de buurt van waar ik woon gaat het o.m. om Merchtem, Grimbergen, Ninove …) van bovenaf te horen dat er geen akkoorden mochten gesloten worden met bepaalde partijen. Dat zoiets kwaad bloed zet bij vele kiezers is niet meer dan logisch. Wie zich regelmatig onder de mensen begeeft, hoort wel vaker ‘Waarom moeten wij dan nog gaan stemmen? Er wordt toch niet naar onze stem geluisterd.’
Dergelijke zaken zorgen dus voor ongenoegen bij een groot deel van de bevolking. Maar wil zeker niet toegeven aan zwart denken. Het is tijd om de zaken anders aan te pakken in onze politiek. Wij prediken hier niet voor een revolutie, maar een goed doordachte en doortastende evolutie.
Met wij bedoel ik PRO, een koepel van lokale burgerverenigingen die aan die evolutie wil vorm geven. Een alternatief voor de verouderde politieke machtsspelletjes. PRO wil de burger échte inspraak geven (medezeggenschap). Wij willen ons presenteren als een soort lobby van burgers die het goed menen met onze politiek.
Dat ik niet alleen stond in mijn verhaal bleek zeer snel in mijn eigen gemeente. PRO Merchtem brak met de huidige politiek cultuur en gooide het over een andere boeg. Ondanks een nationaal boegbeeld van Open VLD, Maggie De Block kreeg PRO Merchtem het vertrouwen van maar liefst 1 op 4 Merchtem en maakte Merchem duidelijk dat meer mensen een ander beleid voeren voor ogen hadden.
Ik hoor je nu denken: Hoe wil PRO dat doen?
PRO wil voluit gaan voor een politieke vernieuwing:
We willen de particratie halt toeroepen. Wij zijn onafhankelijken en vertrekken vanuit de diversiteit van onze burgers.
PRO laat zich niet leiden door een vastgelegde ideologie, wel door het voortschrijdend inzicht van haar deelnemers. Een beleid dat dus vooral tot uiting komt in de praktische, dagelijkse omgevingsrealiteit van de mensen. Dat dus in tegenstelling tot de huidige politiek waar ideologieën de koers bepalen.
Wij willen meer democratie. Onze PRO lijsten, mandatarissen en verkozenen zullen meer vrijheid krijgen en dus niet gedicteerd worden van bovenaf, zolang zij zich houden aan onze deontologische code en onze verbeterpunten rond politieke vernieuwing, die we met alle lokale lijsten samen hebben vastgelegd. Wij zullen regelmatig de burger bevragen. We willen werken vanuit een ‘bottom up'-filosofie. Wij willen op lange termijn gaan naar een bindend referendum op volksinitiatief.
We willen de huidige coalitiecultuur doorbreken en stappen niet in een meerderheidscoalitie. Wie vandaag die coalitiecultuur in vraag durft te stellen, heeft doorgaans de keuze tussen 2 extremen: Vlaams Belang en PVDA. Wij willen een radicaal-neutraal en een PROsitief alternatief zijn voor de kiezer. Wij willen wel dat het land bestuurbaar blijft. Wij zullen daarom gedoogsteun verlenen aan een minderheidscoalitie
PRO staat voor een doelmatige aanpak én voor een transparante, integere en professionele wijze van besturen met respect voor de positie en de belangen van de burger, verenigingen, belangengroeperingen, kleine zelfstandigen en ondernemingen.Wij willen een PROces in gang zetten waarbij we uitgaan van het voortschrijdend inzicht van de burgers. Draagvlakken creëren in de samenleving, dat is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent dat we burgers beter willen betrekken door meer transparantie, eerlijke & neutrale informatie, sensibilisering, motivering, actieve vorming & opleiding.
Wij verwachten van onze verkozenen een maximale verantwoording tegenover de kiezers. Daarnaast verwachten we van hen gedurende hele bestuursperiode dat ze regelmatig stem-momenten organiseren en overleg plegen met de burger. Wij hopen hier zeker gebruik te kunnen maken van de expertise van Meer Democratie.
Bij ons telt het gelijkheidsprincipe. Ieders stem weegt even zwaar door, of het nu gaat om die van een advocaat, journalist, leerkracht, boer , werkloze of arbeider. Maar we verwachten wel professionalisme van onze verkozenen. Ze dienen onze deontologische code na te leven, zich te verdiepen en sterker te maken, ze moeten zich informeren en respectvol omgaan met iedereen. Wij willen geen afstand tussen bestuur en burger.
Als laatste willen wij echte politiek veranderingen. De drie belangrijkste zaken zijn hierbij het ontvetten van ons politiek bestel, eerlijkere verdeling van partijfinanciering en een representatiever parlement.
Kris Peeters verklaarde in 2016 dat we allemaal boven onze stand leven. Feit is dat de politiek boven zijn stand leeft. Ons politiek bestel kost ons teveel geld. Wij vragen de afschaffing van de provincies, de Senaat (of omvormen tot een Huis van burgerparticipatie – www.ikbenpro.be) en willen minder overdreven partijfinanciering
Vandaag bedraagt de partijfinanciering in ons land jaarlijks zo’n 70 miljoen euro voor alle grote partijen samen. Volgens het huidige systeem krijgen partijen met een mooie score bij (Vlaamse en federale) verkiezingen meer dan andere. Politieke partijen spenderen daarmee enorm veel geld aan communicatiespecialisten en propaganda om mensen weer te overhalen van hun grote gelijk. Met dit geld bouwen politieke partijen op die manier een soort levensverzekering op en worden bijna zelf vermogensbeheerders. Ze bouwen een spaarpotje op waarmee ze makkelijker campagne kunnen voeren dan politieke nieuwkomers. Dankzij hun ‘appeltje voor de dorst’ geraken ze dus makkelijker opnieuw in de gemeenteraad/het parlement. De macht blijft dus in dezelfde handen.
PRO wil de partijfinanciering verminderen en transparanter maken. Wij vinden dat ook lokale lijsten de ook financiële ondersteuning moeten krijgen zoals de nationale partijen in de parlementen. Wij stellen daarom voor om per uitgebrachte stem op Vlaams- en federaal en gemeentelijk niveau een vast bedrag te geven. Geld van blancostemmen kan dan gebruikt worden voor initiatieven voor burgerparticipatie.
Representatiever parlement
We hebben een zeer diverse samenleving. Als we die diversiteit vertegenwoordigd willen zien in een verkozen orgaan, moet de kiesdrempel afgeschaft worden. De kiesdrempel werd ingevoerd door de traditionele partijen en Groen. Zo worden nieuwkomers en kleine partijen netjes buiten gehouden.
Dit zou nochtans erg nuttig zijn voor de werking van de democratie: nieuwkomers houden de bestaande partijen scherp. Daarom wil PRO de afschaffing van de kiesdrempel van 5%.
De stemmen van thuisblijvers en blanco stemmen laten we vertegenwoordigen door lege zetels. Zo worden partijen gestimuleerd om de kiezer achter die lege zetels te bereiken en voor zich te winnen.
Bedankt Meer Democratie en We-Gov voor de ontwikkeling van het platform en de organisatie van de bevragingen en vooral de kwaliteit ervan. Veel ideeën rond politieke vernieuwing zijn geïnspireerd op het boek van Yves Bruggelman ‘Tijd voor een burgerlobby’. Het boek is een kritische analyse van de coalitiecultuur. Je kan het boek zelfs gratis lezen. (link)
Wij denken dat de inspraakcultuur later volwassen genoeg is voor bindende referenda.
Het startschot is gegeven. De stellingen liggen klaar om ter stemming aan de burger voor te leggen(www.ikbenpro.be) en de ideeënkaarten voor nieuwe ideeën worden vanaf vandaag verspreid, voor de volgende bevraging in november. Nog vier maanden om de burgerlobby PRO op de Vlaamse kaart te zetten. Kandidaten zijn nog altijd welkom.
Samen leven is samen besturen, niet links, niet rechts, maar radicaal neutraal.
Een sterke democratie heeft geen sterke leider nodig
TIJD VOOR EEN PROSITIEVE POLITIEK
Onze samenleving onderging de laatste 60 jaar verschillende veranderingen. Sommige veranderingen veroorzaakten zelfs hele revoluties. Ik denk bijvoorbeeld de digitale revolutie sinds de komst van de computer of de communicatierevolutie sedert het internet. Onze samenleving veranderde enorm, maar helaas stel ik vast dat het op politiek vlak niet zo snel mee-evolueerde.
Over het algemeen wordt ons politiek debat vaak bepaald en verlamd door vast te houden aan de traditionele kleuren en dus partijen (rood, groen, geel, blauw, oranje …). Dat leidt tot tegenstellingen en denken in verouderde termen zoals links versus rechts, werknemers tegen werkgevers, conservatief tegenover progressief. Dat is uiteraard geen toeval: politiek wordt bepaald door partijstrategen die houden van zwart-wit-tegenstellingen. Die tegenstellingen worden bovendien nog eens uitvergroot in de aanloop naar verkiezingen. En vermits we in ons land verkiezingen genoeg hebben, blijft een sfeer van moddergooien, stoerdoenerij en luchtkastelen zeer lang hangen. Het maakt vele mensen moe van politiek, terwijl een democratie net om het omgekeerde vraagt…
Ik geef het toe, jaren heb ik zelf meegewerkt aan partijstrategieën. Als tiener zette ik me met hart en ziel voor in voor CD&V: ik werd gemeenteraadslid, jongerenvoorzitter voor regio Asse en congresvoorzitter JONG CD&V nationaal. En ook als leerkracht en als zelfstandige kom ik met veel mensen en in het bijzonder jongeren in contact. Ook in het verenigingsleven (kwb, scheidsrechter basket VBL) hoor ik veel wat mensen bezig houdt.
Ik merk dat er een grote kloof is tussen de publieke opinie en effectieve (politiek) besluitvorming. Daarom komen zoveel mensen op straat (gele hesjes, klimaatmarsen, mars tegen migratiepact,..)
Zo kwam ik de laatste jaren steeds meer tot inzicht dat de manier van politiek voeren niet meer overeen kwam met mijn ideeën, gevoeligheden en visie. Ik voelde mij naargelang de context en het thema de ene keer meer ‘socialist’, dan weer ‘Vlaams nationalist’, ‘centrumdemocraat’, ‘liberaal’ of ‘groen’ …
Ik probeerde binnen de bestaande structuren de gang van zaken te veranderen, maar botste vaak tegen eenzelfde muur: een muur van particratie, van familiecratie enzovoort. Een muur van onwil om het vastgeroeste partijpolitieke systeem grondig te veranderen. Daardoor kreeg ik het gevoel dat traditionele partijen niet echt bezig zijn met de burger, maar wel met het ‘eigen belang’. Dat gevoel versterkte alleen maar door de politieke actualiteit (vb. schandalen, de GROTE verandering van NVA, de koudwatervrees voor of politieke recuperatie van bosbrossers ed) Ook het willens nillens in de familie willen (moeten?) houden van de partijscepter (zeg maar familiecratie of politieke dynastieën).
Ik sta niet alleen met dat gevoel. Wie de politieke actualiteit volgt, weet dat ons land op het vlak van politieke participatie het slechtste rapport behaalde van de Europese landen met een 5/10. Uit het rapport blijkt een lage politieke interesse én betrokkenheid onder de bevolking.
Ook buiten Europa heeft onze democratie geen goede naam. In de democratie-index van The Economist moet België landen als de Verenigde Staten, Italië, Indië, Botswana … enzovoort voor laten gaan. Onze democratie wordt omschreven als een ‘gebrekkige democratie’, terwijl onze buurlanden gezien worden als een ‘volledige democratie’.
In zekere zin moeten we niet ver zoeken voor dat soort van berichten. Denken we bijvoorbeeld aan de enorme macht en invloed van de partijbureaus en partijvoorzitters in ons politiek systeem. Dat is democratisch gezien allerminst een goede zaak. Partijen spiegelen democratie voor, terwijl ze soms allergisch zijn aan afwijkende meningen en dus democratie binnen eigen rangen. Dat kan men heel goed zien in bijvoorbeeld de fractiediscipline, waarbij in de praktijk de verkozenen altijd unaniem stemmen.
Iedereen heeft het wel eens ondervonden, zeker op lokaal vlak. Iedereen kent wel een kandidaat-gemeenteraadslid waarmee het ‘klikt’: iemand waarvan je denkt dat hij of zij jouw visie het best begrijpt en kan uitdragen. Of iemand waarvan je denkt: die persoon heeft fijne ideeën of een visie om de samenleving beter te maken. Wanneer dan blijkt dat die kandidaat effectief verkozen wordt, hoop je van harte dat er zaken gaan veranderen. En dan blijkt dat er van die nieuwe ideeën/voorstellen weinig in huis komt omdat de kandidaat zich moet voegen naar het standpunt, de strategie of de lijn van zijn partij of coalitie.
De macht van een partijbureau kan zelfs verder gaan dan dat. Na de voorbije gemeenteraadsverkiezingen kregen verschillende partijafdelingen (in de buurt van waar ik woon gaat het o.m. om Merchtem, Grimbergen, Ninove …) van bovenaf te horen dat er geen akkoorden mochten gesloten worden met bepaalde partijen. Dat zoiets kwaad bloed zet bij vele kiezers is niet meer dan logisch. Wie zich regelmatig onder de mensen begeeft, hoort wel vaker ‘Waarom moeten wij dan nog gaan stemmen? Er wordt toch niet naar onze stem geluisterd.’
Dergelijke zaken zorgen dus voor ongenoegen bij een groot deel van de bevolking. Maar wil zeker niet toegeven aan zwart denken. Het is tijd om de zaken anders aan te pakken in onze politiek. Wij prediken hier niet voor een revolutie, maar een goed doordachte en doortastende evolutie.
Met wij bedoel ik PRO, een koepel van lokale burgerverenigingen die aan die evolutie wil vorm geven. Een alternatief voor de verouderde politieke machtsspelletjes. PRO wil de burger échte inspraak geven (medezeggenschap). Wij willen ons presenteren als een soort lobby van burgers die het goed menen met onze politiek.
Dat ik niet alleen stond in mijn verhaal bleek zeer snel in mijn eigen gemeente. PRO Merchtem brak met de huidige politiek cultuur en gooide het over een andere boeg. Ondanks een nationaal boegbeeld van Open VLD, Maggie De Block kreeg PRO Merchtem het vertrouwen van maar liefst 1 op 4 Merchtem en maakte Merchem duidelijk dat meer mensen een ander beleid voeren voor ogen hadden.
Ik hoor je nu denken: Hoe wil PRO dat doen?
PRO wil voluit gaan voor een politieke vernieuwing:
We willen de particratie halt toeroepen. Wij zijn onafhankelijken en vertrekken vanuit de diversiteit van onze burgers.
PRO laat zich niet leiden door een vastgelegde ideologie, wel door het voortschrijdend inzicht van haar deelnemers. Een beleid dat dus vooral tot uiting komt in de praktische, dagelijkse omgevingsrealiteit van de mensen. Dat dus in tegenstelling tot de huidige politiek waar ideologieën de koers bepalen.
Wij willen meer democratie. Onze PRO lijsten, mandatarissen en verkozenen zullen meer vrijheid krijgen en dus niet gedicteerd worden van bovenaf, zolang zij zich houden aan onze deontologische code en onze verbeterpunten rond politieke vernieuwing, die we met alle lokale lijsten samen hebben vastgelegd. Wij zullen regelmatig de burger bevragen. We willen werken vanuit een ‘bottom up'-filosofie. Wij willen op lange termijn gaan naar een bindend referendum op volksinitiatief.
We willen de huidige coalitiecultuur doorbreken en stappen niet in een meerderheidscoalitie. Wie vandaag die coalitiecultuur in vraag durft te stellen, heeft doorgaans de keuze tussen 2 extremen: Vlaams Belang en PVDA. Wij willen een radicaal-neutraal en een PROsitief alternatief zijn voor de kiezer. Wij willen wel dat het land bestuurbaar blijft. Wij zullen daarom gedoogsteun verlenen aan een minderheidscoalitie
PRO staat voor een doelmatige aanpak én voor een transparante, integere en professionele wijze van besturen met respect voor de positie en de belangen van de burger, verenigingen, belangengroeperingen, kleine zelfstandigen en ondernemingen.Wij willen een PROces in gang zetten waarbij we uitgaan van het voortschrijdend inzicht van de burgers. Draagvlakken creëren in de samenleving, dat is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent dat we burgers beter willen betrekken door meer transparantie, eerlijke & neutrale informatie, sensibilisering, motivering, actieve vorming & opleiding.
Wij verwachten van onze verkozenen een maximale verantwoording tegenover de kiezers. Daarnaast verwachten we van hen gedurende hele bestuursperiode dat ze regelmatig stem-momenten organiseren en overleg plegen met de burger. Wij hopen hier zeker gebruik te kunnen maken van de expertise van Meer Democratie.
Bij ons telt het gelijkheidsprincipe. Ieders stem weegt even zwaar door, of het nu gaat om die van een advocaat, journalist, leerkracht, boer , werkloze of arbeider. Maar we verwachten wel professionalisme van onze verkozenen. Ze dienen onze deontologische code na te leven, zich te verdiepen en sterker te maken, ze moeten zich informeren en respectvol omgaan met iedereen. Wij willen geen afstand tussen bestuur en burger.
Als laatste willen wij echte politiek veranderingen. De drie belangrijkste zaken zijn hierbij het ontvetten van ons politiek bestel, eerlijkere verdeling van partijfinanciering en een representatiever parlement.
Kris Peeters verklaarde in 2016 dat we allemaal boven onze stand leven. Feit is dat de politiek boven zijn stand leeft. Ons politiek bestel kost ons teveel geld. Wij vragen de afschaffing van de provincies, de Senaat (of omvormen tot een Huis van burgerparticipatie – www.ikbenpro.be) en willen minder overdreven partijfinanciering
Vandaag bedraagt de partijfinanciering in ons land jaarlijks zo’n 70 miljoen euro voor alle grote partijen samen. Volgens het huidige systeem krijgen partijen met een mooie score bij (Vlaamse en federale) verkiezingen meer dan andere. Politieke partijen spenderen daarmee enorm veel geld aan communicatiespecialisten en propaganda om mensen weer te overhalen van hun grote gelijk. Met dit geld bouwen politieke partijen op die manier een soort levensverzekering op en worden bijna zelf vermogensbeheerders. Ze bouwen een spaarpotje op waarmee ze makkelijker campagne kunnen voeren dan politieke nieuwkomers. Dankzij hun ‘appeltje voor de dorst’ geraken ze dus makkelijker opnieuw in de gemeenteraad/het parlement. De macht blijft dus in dezelfde handen.
PRO wil de partijfinanciering verminderen en transparanter maken. Wij vinden dat ook lokale lijsten de ook financiële ondersteuning moeten krijgen zoals de nationale partijen in de parlementen. Wij stellen daarom voor om per uitgebrachte stem op Vlaams- en federaal en gemeentelijk niveau een vast bedrag te geven. Geld van blancostemmen kan dan gebruikt worden voor initiatieven voor burgerparticipatie.
Representatiever parlement
We hebben een zeer diverse samenleving. Als we die diversiteit vertegenwoordigd willen zien in een verkozen orgaan, moet de kiesdrempel afgeschaft worden. De kiesdrempel werd ingevoerd door de traditionele partijen en Groen. Zo worden nieuwkomers en kleine partijen netjes buiten gehouden.
Dit zou nochtans erg nuttig zijn voor de werking van de democratie: nieuwkomers houden de bestaande partijen scherp. Daarom wil PRO de afschaffing van de kiesdrempel van 5%.
De stemmen van thuisblijvers en blanco stemmen laten we vertegenwoordigen door lege zetels. Zo worden partijen gestimuleerd om de kiezer achter die lege zetels te bereiken en voor zich te winnen.
Bedankt Meer Democratie en We-Gov voor de ontwikkeling van het platform en de organisatie van de bevragingen en vooral de kwaliteit ervan. Veel ideeën rond politieke vernieuwing zijn geïnspireerd op het boek van Yves Bruggelman ‘Tijd voor een burgerlobby’. Het boek is een kritische analyse van de coalitiecultuur. Je kan het boek zelfs gratis lezen. (link)
Wij denken dat de inspraakcultuur later volwassen genoeg is voor bindende referenda.
Het startschot is gegeven. De stellingen liggen klaar om ter stemming aan de burger voor te leggen(www.ikbenpro.be) en de ideeënkaarten voor nieuwe ideeën worden vanaf vandaag verspreid, voor de volgende bevraging in november. Nog vier maanden om de burgerlobby PRO op de Vlaamse kaart te zetten. Kandidaten zijn nog altijd welkom.
Samen leven is samen besturen, niet links, niet rechts, maar radicaal neutraal.
Een sterke democratie heeft geen sterke leider nodig
TIJD VOOR EEN PROSITIEVE POLITIEK
Dromen voor Merchtem
Beste Merchtemnaar,
Dromen zijn iets curieus. Aan de ene kant zegt men dat ze bedrog zijn, maar langs de andere kant blijven mensen dromen. Het geeft hen niet alleen hoop, mensen werken er ook (samen) naartoe. Dromers vindt men vaak naïef, al is het zo dat er zonder dromers is ook geen verandering is.
Persoonlijk droom ik van een fijn en gezellig Merchtem om in te wonen, werken, ontspannen en genieten. De voorbije 17 jaar is Merchtem sterk veranderd en ik denk dat het meer dan ooit tijd is voor verandering en vernieuwing. Hoe dan, denkt u? Wel, ik nodig u uit om mijn 11 dromen te delen …
Zou het niet fijn zijn dat…
Dromen zijn iets curieus. Aan de ene kant zegt men dat ze bedrog zijn, maar langs de andere kant blijven mensen dromen. Het geeft hen niet alleen hoop, mensen werken er ook (samen) naartoe. Dromers vindt men vaak naïef, al is het zo dat er zonder dromers is ook geen verandering is.
Persoonlijk droom ik van een fijn en gezellig Merchtem om in te wonen, werken, ontspannen en genieten. De voorbije 17 jaar is Merchtem sterk veranderd en ik denk dat het meer dan ooit tijd is voor verandering en vernieuwing. Hoe dan, denkt u? Wel, ik nodig u uit om mijn 11 dromen te delen …
Zou het niet fijn zijn dat…
* … onze gemeente niet helemaal verandert in een blokkendoos?
De laatste jaren zijn er heel wat wooneenheden bijgekomen – aan een stevig tempo! Ik realiseer me dat de Vlaamse overheid alle gemeenten verplicht om in de centra nuttiger en compacter te gaan bouwen. De gemeenten zijn daarin vrij om te bepalen op welke manier dat moet gebeuren. In Merchtem kan men zich daar vele vragen over stellen. Moet, bijvoorbeeld, alles de hoogte in? Wie bepaalt er eigenlijk wat het beste is voor de gemeente? De inwoners of de bevoegde schepen en enkele bouwheren? Ook op dit vlak worden geen burgers bevraagd over hun noden. Integendeel, op basis van wat nattevingerwerk schiet onze schepen elk voorstel voor een meer uitgebreide bouwverordening af. Zijn motto is daarbij: elke opmerking maakt wonen te duur.(1)
Verder kan men zich afvragen of het bouwen van studio’s van 45 m² echt een goeie zaak is, want wie garandeert ons dat deze alleen verhuurd zullen worden aan alleenstaanden? Waarom is het bouwen van een (kleine) berging geen verplichting voor een bouwheer? Waarom is er geen verplicht percentage aan groenvoorziening en garages voor de bouwheren? …
De laatste jaren zijn er heel wat wooneenheden bijgekomen – aan een stevig tempo! Ik realiseer me dat de Vlaamse overheid alle gemeenten verplicht om in de centra nuttiger en compacter te gaan bouwen. De gemeenten zijn daarin vrij om te bepalen op welke manier dat moet gebeuren. In Merchtem kan men zich daar vele vragen over stellen. Moet, bijvoorbeeld, alles de hoogte in? Wie bepaalt er eigenlijk wat het beste is voor de gemeente? De inwoners of de bevoegde schepen en enkele bouwheren? Ook op dit vlak worden geen burgers bevraagd over hun noden. Integendeel, op basis van wat nattevingerwerk schiet onze schepen elk voorstel voor een meer uitgebreide bouwverordening af. Zijn motto is daarbij: elke opmerking maakt wonen te duur.(1)
Verder kan men zich afvragen of het bouwen van studio’s van 45 m² echt een goeie zaak is, want wie garandeert ons dat deze alleen verhuurd zullen worden aan alleenstaanden? Waarom is het bouwen van een (kleine) berging geen verplichting voor een bouwheer? Waarom is er geen verplicht percentage aan groenvoorziening en garages voor de bouwheren? …
Ik droom ervan dat woonkwaliteit mag primeren op woonkwantiteit. En ja, beste schepenen, daar mag voor de bouwheren een strenge bouwverordening bijhoren. Tot nog toe geeft het huidige beleid de indruk dat men vooral naar de grote bouwheren luistert, en diens portemonnee…
Woonkwaliteit zit voor mij in kleine eenvoudige dingen: kunnen parkeren in je eigen woonst en niet op straat; je fiets veilig kwijt kunnen; een eigen berging hebben om je garage niet vol te moeten zetten; een verplichte en gesloten afvalruimte in een appartementsblok om geen ratten of ander ongedierte aan te trekken; bestaande huizen niet laten verdwijnen in de schaduw van de ‘hoge buren’; woonblokken die straten versmallen en verduisteren enzovoort. |
* ...er wat minder auto’s op straat moeten parkeren?
Vandaag plaatsen heel wat mensen hun auto gewoon op straat. Volgens de meerderheid is dat vooral te wijten aan het “feit” dat “iedereen” zijn garage als zolder gebruikt. Is dat zo? Ik neem aan dat zoiets gebeurt en soms zelfs door gebrek aan berging (zie boven). Maar laat ons er niet op blind staren. Het parkeerbeleid is ook niet logisch. Iemand met een bewonerskaart van, bijvoorbeeld, de Drielindenbaan mag nu zonder parkeerschijf op de Markt parkeren. Vindt u dat ok? Ik denk dat het eerlijker is dat iemands bewonerskaart slechts geldig is voor een bepaalde buurt.
Ik droom van extra parkeermogelijkheden. Voor mij mogen bouwheren gerust verplicht worden om (minstens) 1,6 parking per wooneenheid te voorzien. We weten allemaal dat veel koppels meer dan 1 auto hebben. Verder zijn extra parkeerplaatsen in de buurt van de kerk geen overbodige luxe. Ook mogen er meer 30-minutenparkings komen, ideaal zo’n 2 per handelszaak die dat wenst (vb. bakker, krantenwinkel …). Het idee van die parkings werd trouwens door mezelf aangebracht op de gemeenteraad van 28 juni 2010 Vraag is waar al die extra plaats moet verschijnen? Misschien moeten we maar een ondergrondse parking onder het Mieregemplein voorzien.
Vandaag plaatsen heel wat mensen hun auto gewoon op straat. Volgens de meerderheid is dat vooral te wijten aan het “feit” dat “iedereen” zijn garage als zolder gebruikt. Is dat zo? Ik neem aan dat zoiets gebeurt en soms zelfs door gebrek aan berging (zie boven). Maar laat ons er niet op blind staren. Het parkeerbeleid is ook niet logisch. Iemand met een bewonerskaart van, bijvoorbeeld, de Drielindenbaan mag nu zonder parkeerschijf op de Markt parkeren. Vindt u dat ok? Ik denk dat het eerlijker is dat iemands bewonerskaart slechts geldig is voor een bepaalde buurt.
Ik droom van extra parkeermogelijkheden. Voor mij mogen bouwheren gerust verplicht worden om (minstens) 1,6 parking per wooneenheid te voorzien. We weten allemaal dat veel koppels meer dan 1 auto hebben. Verder zijn extra parkeerplaatsen in de buurt van de kerk geen overbodige luxe. Ook mogen er meer 30-minutenparkings komen, ideaal zo’n 2 per handelszaak die dat wenst (vb. bakker, krantenwinkel …). Het idee van die parkings werd trouwens door mezelf aangebracht op de gemeenteraad van 28 juni 2010 Vraag is waar al die extra plaats moet verschijnen? Misschien moeten we maar een ondergrondse parking onder het Mieregemplein voorzien.
* … Merchtem-centrum gezelliger wordt?
De voorbije jaren kleurde Merchtem her en der wat groen, maar de hoofdkleuren zijn vooral baksteenrood en betongrijs. Sommige pleintjes verdwenen , zoals het voetbalterreintje in de Huttert of het basketbalplein aan het kerkhof. De pleintjes die we in de plaats kregen, waren vooral parkings: Sofie Motpleintje, de (voorlopige) Krekelendriesparking, op de hoek van de Sint-Jansstraat en Galgestraat … Daardoor is er voor jongeren weinig (gratis) loop- en ontspanningsruimte. Volgens mij ligt dat mee aan de basis van overlast en zelfs vandalisme. En wie het mooie Peizegemse schoolgebouw verlaat, betreedt een eerder triestig hersteld kerkplein. |
In mijn droom over een gezellig Merchtem voor alle leeftijden verschijnen een basket- of voetbalpleintje, plekken voor boekdelen, banken die uitnodigen om te zitten en te lezen (zoals Groen! voorstelde, dus niet in het genre van het Sofie Motpleintje ;-) ), een hondenweide enzovoort. En als het wat groter mag: een Mieregemplein (eens het een ondergrondse parking heeft) als echte ontmoetingsplaats! Stel je een plein voor met extra groen en bijvoorbeeld een vaste pingpongtafel of een petanqueplein, zandbakje, picknickbank en/of een speelfonteintje in de zomer.
Zoiets mag ook niet exclusief voor het centrum zijn. Ook de andere dorpscentra hebben daar behoefte aan, zo stelde ik al in het verleden voor om een speelpleintje aan te leggen aan de feestzaal in Brussegem. Men zal het niet graag toegeven, maar de Lijst van de Burgemeester heeft me daarin gevolgd, al is het wel spijtig dat er geen enkel venster is in de zaal. Je kan de spelende kinderen dus ook niet zien. In Peizegem, tenslotte, is een nieuw speelplein in de nieuwe verkaveling vanzelfsprekend.
In mijn visie moeten die ontmoetingsplekken voldoen aan de 12 kwaliteitscriteria voor publieke ruimte van Lars Gemzoe en Jan Gehl (2). U mag ook gerust op zijn dat ik geen extra belastingsgeld uitgeef om mijn naam op een straatnaambord te zien pronken (zoals op parkings en pleintjes).
* … Merchtem fiets- en wandelvriendelijker werd?
In 2006 beloofde de burgemeester het volgende: “De zwakke weggebruiker staat centraal in ons verkeersbeleid. Merchtem moet een gemeente worden waar onze kinderen veilig de straat op kunnen.” Vindt u dat dit ondertussen mogelijk is? Hoeveel echte fietspaden zijn er in het centrum eigenlijk? Ze zijn op één hand te tellen. Het hele centrum is eigenlijk gevaarlijk, zeker voor jonge fietsers. Zowel op de Markt, Bogaerdstraat, Stoofstraat, Vesten, Langensteenweg, Krekelendries, Stationsstraat … ontbreekt een fietspad.
Ik droom van fietspaden die iedereen veilig naar school, sportterrein, jeugdbeweging, station, bakker … kunnen brengen. Van buurgemeenten als Opwijk en Londerzeel kunnen we veel leren. Investeren in trage wegen is investeren in een aangename, groene, gezonde en gezellige toekomst. De OMA-route kan daarbij een oplossing zijn, net als een fietstraject van station naar Marktplaats (met doorsteek tussen Vesten en Markt). Fietsrekken op logische plaatsen zoals op de Markt in het centrum of de kerkpleinen in Brussegem, Peizegem … horen daarbij. Mijn droom is daarmee al concreter dan vage blauwe beloftes uit 2006 …
Ik ben ook voorstander van een experiment dat de verkeersveiligheid kan verhogen. Ik zou een maand lang eenrichtingsverkeer creëren op de Markt. Naast meer verkeersveiligheid, verhoogt het de kans op gezelliger winkelen en terrasjes doen.
Zoiets mag ook niet exclusief voor het centrum zijn. Ook de andere dorpscentra hebben daar behoefte aan, zo stelde ik al in het verleden voor om een speelpleintje aan te leggen aan de feestzaal in Brussegem. Men zal het niet graag toegeven, maar de Lijst van de Burgemeester heeft me daarin gevolgd, al is het wel spijtig dat er geen enkel venster is in de zaal. Je kan de spelende kinderen dus ook niet zien. In Peizegem, tenslotte, is een nieuw speelplein in de nieuwe verkaveling vanzelfsprekend.
In mijn visie moeten die ontmoetingsplekken voldoen aan de 12 kwaliteitscriteria voor publieke ruimte van Lars Gemzoe en Jan Gehl (2). U mag ook gerust op zijn dat ik geen extra belastingsgeld uitgeef om mijn naam op een straatnaambord te zien pronken (zoals op parkings en pleintjes).
* … Merchtem fiets- en wandelvriendelijker werd?
In 2006 beloofde de burgemeester het volgende: “De zwakke weggebruiker staat centraal in ons verkeersbeleid. Merchtem moet een gemeente worden waar onze kinderen veilig de straat op kunnen.” Vindt u dat dit ondertussen mogelijk is? Hoeveel echte fietspaden zijn er in het centrum eigenlijk? Ze zijn op één hand te tellen. Het hele centrum is eigenlijk gevaarlijk, zeker voor jonge fietsers. Zowel op de Markt, Bogaerdstraat, Stoofstraat, Vesten, Langensteenweg, Krekelendries, Stationsstraat … ontbreekt een fietspad.
Ik droom van fietspaden die iedereen veilig naar school, sportterrein, jeugdbeweging, station, bakker … kunnen brengen. Van buurgemeenten als Opwijk en Londerzeel kunnen we veel leren. Investeren in trage wegen is investeren in een aangename, groene, gezonde en gezellige toekomst. De OMA-route kan daarbij een oplossing zijn, net als een fietstraject van station naar Marktplaats (met doorsteek tussen Vesten en Markt). Fietsrekken op logische plaatsen zoals op de Markt in het centrum of de kerkpleinen in Brussegem, Peizegem … horen daarbij. Mijn droom is daarmee al concreter dan vage blauwe beloftes uit 2006 …
Ik ben ook voorstander van een experiment dat de verkeersveiligheid kan verhogen. Ik zou een maand lang eenrichtingsverkeer creëren op de Markt. Naast meer verkeersveiligheid, verhoogt het de kans op gezelliger winkelen en terrasjes doen.
* … de wegen degelijk aangepakt werden?
Vandaag worden er te weinig straten heraangelegd. Men vult putten met pek zonder het probleem aan te pakken. Goed ingerichte straten zorgen voor meer veiligheid en een aangenamer gevoel. Merchtem kan op dit punt veel leren van de inrichting van de straten in Londerzeel. Straten als Spiegellaan, Stationsstraat, Mieregemstraat hebben dringend een facelift nodig. Ik droom van goed ingerichte straten die niet steeds met goedkope middelen (lees: pek) worden hersteld. Daarnaast wil ik graag de stilte rond het fileprobleem doorbreken met een degelijke studie over mogelijkheden binnen groot-Merchtem. Eenvoudig zal dat niet zijn, gezien de jarenlange lintbebouwing rond de kern. Als gemeenteraadslid stelde ik al voor om bij toekomstige aanbestedingen een forfaitaire vertragingsvergoeding op te nemen in de contracten met de aannemers zodat Merchtem een stok achter de deur heeft bij werken die oeverloos lang aanslepen en het zorgt ervoor deadlines hopelijk strikter worden gerespecteerd. (3) |
* … wat meer uitblinkt in sport, cultuur- en jongerenparticipatie?
Op sportief beleid erken ik dat er de voorbije jaren een aantal goede initiatieven werden genomen (Sportbeleidsplan), die zeker voortgezet moeten worden. Spijtig genoeg heeft men niet altijd evenveel oog voor alle sporten. Er werd veel geïnvesteerd in één voetbalclub (vb. een kunstgrasveld van €100.000) en in de samenwerking tussen de clubs van Merchtem en Wolvertem (echter zonder het advies van de sportraad). Was dit een goede keuze als je ziet dat er bijna geen Merchtemnaren in de eerste ploeg voetballen? Of tellen enkel de clubs waarbij er politici in het bestuur zitten?
Onze gemeente kent nog tal van verenigingen, maar men houdt er amper rekening mee. Aan jongeren werd al 17 jaar een fuifzaal beloofd, steeds weer werd de belofte maar half vervuld.
Ik droom van meer contact tussen sportclubs en gemeentebestuur. Een sportdienst met permanentie in de sporthal op dinsdagavond kan daarbij helpen. Eén enkele werkman die verantwoordelijk is voor de hele site (sporthal, bibliotheek, parking Sint-Donatus) zorgt niet alleen voor een duidelijk aanspreekpunt, maar ook voor toezicht in de buurt.
In mijn droom zijn de adviezen van bestaande adviesraden (vb. sport-, cultuur- , senioren- en jeugdraad) waardevol en bindend. Indien er dan toch moet afgeweken worden, is het normaal dat men zoiets openbaar bespreekt in de gemeenteraad. De digitale toegang tot verslagen van adviesraden moet ook up-to-date zijn, dat is nu niet het geval. (4)
Ik droom van voldoende financiën voor de jeugdverenigingen. Hun engagement binnen de gemeente hoeft niet extra belast te worden met het opkuisen van afval in Merchtem-centrum. Aan de jeugd hoeven we niet langer een fuifzaal te beloven. Die belofte horen ze al 17 jaar. We moeten de daad bij het woord voegen: een polyvalente ruimte, met mogelijkheid tot feesten. De uitbating ervan zou evt. kunnen gebeuren door het jeugdhuis. Dat idee is trouwens niet nieuw, JONG-CD&V (waar ik deel van uitmaakte) pakte er vorige verkiezingen al mee uit.
* … we ongestoord kunnen blijven feesten?
Merchtem is een feestgemeente. Daar mogen we trots op zijn, maar feesten hoeft niet altijd veel geld te kosten. Helaas geldt in verkiezingsjaren vaak de ‘Sky is the Limit’.
Ik droom van een hele legislatuur te kunnen feesten, zonder “zot te doen” en te verspillen. Dat kan met eenvoudige ingrepen/ideeën:
Op sportief beleid erken ik dat er de voorbije jaren een aantal goede initiatieven werden genomen (Sportbeleidsplan), die zeker voortgezet moeten worden. Spijtig genoeg heeft men niet altijd evenveel oog voor alle sporten. Er werd veel geïnvesteerd in één voetbalclub (vb. een kunstgrasveld van €100.000) en in de samenwerking tussen de clubs van Merchtem en Wolvertem (echter zonder het advies van de sportraad). Was dit een goede keuze als je ziet dat er bijna geen Merchtemnaren in de eerste ploeg voetballen? Of tellen enkel de clubs waarbij er politici in het bestuur zitten?
Onze gemeente kent nog tal van verenigingen, maar men houdt er amper rekening mee. Aan jongeren werd al 17 jaar een fuifzaal beloofd, steeds weer werd de belofte maar half vervuld.
Ik droom van meer contact tussen sportclubs en gemeentebestuur. Een sportdienst met permanentie in de sporthal op dinsdagavond kan daarbij helpen. Eén enkele werkman die verantwoordelijk is voor de hele site (sporthal, bibliotheek, parking Sint-Donatus) zorgt niet alleen voor een duidelijk aanspreekpunt, maar ook voor toezicht in de buurt.
In mijn droom zijn de adviezen van bestaande adviesraden (vb. sport-, cultuur- , senioren- en jeugdraad) waardevol en bindend. Indien er dan toch moet afgeweken worden, is het normaal dat men zoiets openbaar bespreekt in de gemeenteraad. De digitale toegang tot verslagen van adviesraden moet ook up-to-date zijn, dat is nu niet het geval. (4)
Ik droom van voldoende financiën voor de jeugdverenigingen. Hun engagement binnen de gemeente hoeft niet extra belast te worden met het opkuisen van afval in Merchtem-centrum. Aan de jeugd hoeven we niet langer een fuifzaal te beloven. Die belofte horen ze al 17 jaar. We moeten de daad bij het woord voegen: een polyvalente ruimte, met mogelijkheid tot feesten. De uitbating ervan zou evt. kunnen gebeuren door het jeugdhuis. Dat idee is trouwens niet nieuw, JONG-CD&V (waar ik deel van uitmaakte) pakte er vorige verkiezingen al mee uit.
* … we ongestoord kunnen blijven feesten?
Merchtem is een feestgemeente. Daar mogen we trots op zijn, maar feesten hoeft niet altijd veel geld te kosten. Helaas geldt in verkiezingsjaren vaak de ‘Sky is the Limit’.
Ik droom van een hele legislatuur te kunnen feesten, zonder “zot te doen” en te verspillen. Dat kan met eenvoudige ingrepen/ideeën:
- Jaarmarkt een extra touch geven door het elk jaar in het teken te zetten van een ander Europees land
- Meer aandacht voor de kleinsten onder ons, ook tijdens de kermis. Het is tenslotte ook hun feest.
- De zomermarkten, een initiatief van de Lijst van de Burgemeester, wil ik graag voortzetten; het is origineel en zorgt voor extra gezelligheid .
- Meer de talenten aanspreken van de Merchtemse verenigingen. Dat kan door elk jaar een groot feest te organiseren waarin we socio-culturele verenigingen extra in de kijker stellen. Het eerste jaar kan dat dan bijvoorbeeld een sporthappening zijn, het jaar daarop een rockfestival, dan een kunstfestijn (in samenwerking met kunstenacademie A. De Boeck), Merchtem-op-Stelten, kinderzomerhappening enzovoort.
- Geen dure etentjes voor het jaarmarktcomité of gratis drankbonnetjes voor onze politici tijdens de kermis.
- Voldoende toiletten op activiteiten, en zeker voor vrouwen.
* … we in een nette gemeente leven?
Sinds kort pakte het gemeentebestuur uit met de app van Merchtem. Daarop kan men sluikstorten melden. Daarnaast doet de gemeente ook beroep op vrijwilligers om het zwerfvuil te verwijderen en schrijft men GAS-boetes uit voor sluikstorters. Het zijn goede initiatieven, maar men mag gerust verder gaan.
Sinds kort pakte het gemeentebestuur uit met de app van Merchtem. Daarop kan men sluikstorten melden. Daarnaast doet de gemeente ook beroep op vrijwilligers om het zwerfvuil te verwijderen en schrijft men GAS-boetes uit voor sluikstorters. Het zijn goede initiatieven, maar men mag gerust verder gaan.
Net zoals iedereen droom ik ook van een nette buurt. Dat men burgers betrekt in de strijd tegen sluikstorten en zwerfvuil is positief, maar er kan mijns inziens meer gebeuren. Het lijkt me een goed idee om vier grote kuismomenten van straten, parken en pleintjes te plannen: één per seizoen. Een veegmachine is anno 2017 een must.
Ook droom ik van meer preventieve maatregelen, zoals meer bewustmaking rond afval. Een goedkoper recyclagepark verlaagt de kans op sluikstorten. Verder moet het ook mogelijk zijn om wekelijks het restafval te laten ophalen in Merchtem-centrum (wetende dat er intussen al appartementen zijn zonder berging of terras). Mensen van buiten het centrum kunnen dan de mogelijkheid krijgen hun huisvuilzak opnieuw kwijt te kunnen in het recyclagepark. Ons recyclagepark staat bovendien op een bijzonder winderige plek. Het lijkt me verstandig om meer te werken met gesloten containers voor gevaarlijke stoffen zoals asbest en gipskarton. |
Wel ben ik blij dat er dankzij mij nu duidelijke digitale foto’s / pictogrammen hangen aan de containers zodat mensen beter weten waar hun afval dient gedeponeerd worden. (5) Zou het ook niet leuk zijn dat het recyclagepark op maandag open (i.p.v donderdag) zou zijn? Zo kunnen Merchtemse handelaars op hun sluitingsdag hun afval recycleren. Na het weekend onmiddellijk gebruik kunnen maken van het recyclagepark is volgens mij ook een pluspunt.
*..... we in Brussegem en Peizegem terug geld uit de muur kunnen halen
Sinds kort moeten Peizegemnaren weer geld in een sok onder de matras steken. Reden hiervoor is het verdwijnen van de enige bank en bijhorende bankautomaat in Peizegem. Wie geld wil afhalen zal naar Buggenhout of Merchtem moeten rijden. Dat zou voor veel inwoners en de handelaars van Peizegem wel eens een ramp kunnen zijn. Daarnaast is het verdwijnen van de geldautomaat ook een slechte zaak voor senioren en minder mobiele inwoners.
Ook in Brussegem is er al jaren geen bankautomaat meer. Ondertussen is iedereen wel duidelijk dat vele kleine zelfstandigen het moeilijk hebben om te overleven. Sommigen hebben zelfs hun boeken moeten sluiten. Ik weet ook wel dat men dat niet alleen mag toeschrijven aan een gebrek aan geldautomaat, maar ik weet ook wel dat waar er geen geld voorhanden is, er ook geen geld wordt uitgegeven. Mensen geven nu eenmaal gemakkelijker geld uit in de buurt van waar ze het geld kunnen afhalen. Daarnaast is investeren in een bancontact voor kleine bedragen een dure aangelegenheid voor kleinere zelfstandigen.
Ik weet wel dat banken zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer van bankautomaten. Toch zijn er in andere dorpen (Lissewege en Leefdaal) voorbeelden waar de gemeente er in slaagt om terug een bankautomaat te krijgen in hun dorp. Het enige wat de gemeente moet doen is een ruimte ter beschikking stellen en er durven voor te gaan. In Lissewege neemt de firma de installatie, het onderhoud en het beheer van het ATM-toestel volledig onder hun hoede. De kosten wordt doorgerekend aan de klant door bij elke transactie een klein bedrag aan te rekenen. Binnenkort terug geld afhalen in ons dorp?
* … we veilig blijven wonen?
De laatste tijd leed de omgeving van Ten Anckere onder overlast en kleine criminaliteit. Ook aan het station en het sportcomplex verdwijnen sinds jaar en dag fietsen, her en der doet men aan sluikstorten … Het idee werd door de meerderheid verworpen, maar er werd wel geïnvesteerd in een camerabril. Een verloren investering, want daarmee kan men wettelijk gezien weinig doen.
Ik droom van een gemeente waarin ieder op zijn gemak kan zijn. Ik geloof ook dat op sommige plaatsen camerabewaking kan helpen, zoals aan Ten Anckere, het station, sportcomplex … Dat idee werd door de meerderheid verworpen. Helaas investeerde men wel in een camerabril waarmee men wettelijk gezien weinig kan doen. Er mag ook gerust wat blauw zichtbaar op straat aanwezig zijn…
* … we leven in een financieel gezonde gemeente.
Het beleid staat of valt met haar financiën. Daarvoor moeten we evidenties in vraag durven stellen én daadkrachtig aan een langetermijnvisie werken. Voorbeelden van hoe het niet moet zijn er genoeg:
- Is het normaal dat er honderden drank- en eetbonnetjes uitgedeeld worden tijdens de kermissen door de schepenen en burgemeester? Zo betalen we met z’n allen eigenlijk de komende verkiezingscampagne…
- Is een geboortepremie echt nodig? Investeren we niet beter in blijvende zaken voor kinderen, zoals kleine speeltuintjes en de andere zaken die ik hierboven besprak?
- Is het normaal dat zo’n 60 personeelsleden van de gemeente (40 administratie, 20 loods) een hele dag ingezet wordt op het seniorenfeest? Kan het evt. niet gebeuren door vrijwilligers?
Onder het motto “Geen extra wensen zonder censen!” droom ik van een beleidsploeg die geen belastingsgeld verspilt en de torenhoge leninglast zoveel mogelijk terugdringt!
* … Merchtem een toonbeeld is van goed bestuur? Beleid voeren gaat niet over de postjes, wel over de inhoud.
Vanuit de mond van een politicus lijkt dit een torenhoog cliché. En toch is dat net ook één van mijn dromen. Het is trouwens de reden waarom ik me al 18 jaar ingezet heb in de Merchtemse politiek.
Goed bestuur is voor mij luisteren naar mensen, ook al ben ik het met hen niet eens. Gehoor geven aan mensen is hen ook serieus nemen. Politiek bedrijven is voor mij wat de theorie voorschrijft: altijd het algemeen belang voor oog hebben, goed wetende dat dat niet altijd in dank wordt afgenomen. Met de woorden van de ex-woordvoerster van de privacycommissie in mijn achterhoofd kan ik alleen maar zeggen dat een burgemeester niet boven de rest moet staan; in zijn functie vertegenwoordigt hij iedereen, dus niet alleen gelijkgezinden.(6)
Ik merkte de voorbije weken dat de kern van de dromen die ik hier beschrijf door vele Merchtemnaren wordt gedeeld. Ik leef natuurlijk niet alleen op de wereld en ik wil graag met mensen rond tafel zitten die ook dromen van een ander Merchtem, zowel politici als anderen. Ik zie dit document dan ook als een vertrekpunt, niet als een eindpunt. Ik nodig iedereen uit om samen te denken over onze gemeente. Contacteer me gerust.
Joris Verspecht.
2. Deze twaalf factoren zijn : 1. Bescherming tegen verkeer 2. Bescherming tegen misdaad 3. Bescherming tegen onprettige omgevingsfactoren 4. Wandelmogelijkheid 5. Een plek om te blijven staan 6. Een plek om te zitten 7. Dingen kunnen zien 8. Mogelijkheid tot gesprek 9. Mogelijkheid voor spel 10. Schaal van ruimte en gebouwen 11. Mogelijkheid om van het goed weer te genieten 12. Esthetische kwaliteit. Zie ook in Lokaal, 16/11/2011 (blad van Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw)
3. Gemeenteraad februari 2012
4. Het laatste verslag van de cultuurraad dateerde van januari 2016, voor de jeugdraad is het februari 2016, nog slechter gesteld is het bij de GECORO: september 2015. Bron: www.merchtem.be, 23/7/2017
5. Gemeenteraad van 15 oktober 2010
6. Naar aanleiding van verdachtmakingen en schandpaalpraktijken stelde de toenmalige woordvoerster van de privacycommissie over onze burgemeester: “Zijn functie betekent immers niet dat hij meer mag of kan dan iemand anders.” Geciteerd in het artikel Burgemeester De Block nagelt inwoners aan de schandpaal. “Moet ik soms wachten tot justitie iets doet?” Bron: www.knack.be, artikel 130661, 24/2/2014
.
Sinds kort moeten Peizegemnaren weer geld in een sok onder de matras steken. Reden hiervoor is het verdwijnen van de enige bank en bijhorende bankautomaat in Peizegem. Wie geld wil afhalen zal naar Buggenhout of Merchtem moeten rijden. Dat zou voor veel inwoners en de handelaars van Peizegem wel eens een ramp kunnen zijn. Daarnaast is het verdwijnen van de geldautomaat ook een slechte zaak voor senioren en minder mobiele inwoners.
Ook in Brussegem is er al jaren geen bankautomaat meer. Ondertussen is iedereen wel duidelijk dat vele kleine zelfstandigen het moeilijk hebben om te overleven. Sommigen hebben zelfs hun boeken moeten sluiten. Ik weet ook wel dat men dat niet alleen mag toeschrijven aan een gebrek aan geldautomaat, maar ik weet ook wel dat waar er geen geld voorhanden is, er ook geen geld wordt uitgegeven. Mensen geven nu eenmaal gemakkelijker geld uit in de buurt van waar ze het geld kunnen afhalen. Daarnaast is investeren in een bancontact voor kleine bedragen een dure aangelegenheid voor kleinere zelfstandigen.
Ik weet wel dat banken zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer van bankautomaten. Toch zijn er in andere dorpen (Lissewege en Leefdaal) voorbeelden waar de gemeente er in slaagt om terug een bankautomaat te krijgen in hun dorp. Het enige wat de gemeente moet doen is een ruimte ter beschikking stellen en er durven voor te gaan. In Lissewege neemt de firma de installatie, het onderhoud en het beheer van het ATM-toestel volledig onder hun hoede. De kosten wordt doorgerekend aan de klant door bij elke transactie een klein bedrag aan te rekenen. Binnenkort terug geld afhalen in ons dorp?
* … we veilig blijven wonen?
De laatste tijd leed de omgeving van Ten Anckere onder overlast en kleine criminaliteit. Ook aan het station en het sportcomplex verdwijnen sinds jaar en dag fietsen, her en der doet men aan sluikstorten … Het idee werd door de meerderheid verworpen, maar er werd wel geïnvesteerd in een camerabril. Een verloren investering, want daarmee kan men wettelijk gezien weinig doen.
Ik droom van een gemeente waarin ieder op zijn gemak kan zijn. Ik geloof ook dat op sommige plaatsen camerabewaking kan helpen, zoals aan Ten Anckere, het station, sportcomplex … Dat idee werd door de meerderheid verworpen. Helaas investeerde men wel in een camerabril waarmee men wettelijk gezien weinig kan doen. Er mag ook gerust wat blauw zichtbaar op straat aanwezig zijn…
* … we leven in een financieel gezonde gemeente.
Het beleid staat of valt met haar financiën. Daarvoor moeten we evidenties in vraag durven stellen én daadkrachtig aan een langetermijnvisie werken. Voorbeelden van hoe het niet moet zijn er genoeg:
- Is het normaal dat er honderden drank- en eetbonnetjes uitgedeeld worden tijdens de kermissen door de schepenen en burgemeester? Zo betalen we met z’n allen eigenlijk de komende verkiezingscampagne…
- Is een geboortepremie echt nodig? Investeren we niet beter in blijvende zaken voor kinderen, zoals kleine speeltuintjes en de andere zaken die ik hierboven besprak?
- Is het normaal dat zo’n 60 personeelsleden van de gemeente (40 administratie, 20 loods) een hele dag ingezet wordt op het seniorenfeest? Kan het evt. niet gebeuren door vrijwilligers?
Onder het motto “Geen extra wensen zonder censen!” droom ik van een beleidsploeg die geen belastingsgeld verspilt en de torenhoge leninglast zoveel mogelijk terugdringt!
* … Merchtem een toonbeeld is van goed bestuur? Beleid voeren gaat niet over de postjes, wel over de inhoud.
Vanuit de mond van een politicus lijkt dit een torenhoog cliché. En toch is dat net ook één van mijn dromen. Het is trouwens de reden waarom ik me al 18 jaar ingezet heb in de Merchtemse politiek.
Goed bestuur is voor mij luisteren naar mensen, ook al ben ik het met hen niet eens. Gehoor geven aan mensen is hen ook serieus nemen. Politiek bedrijven is voor mij wat de theorie voorschrijft: altijd het algemeen belang voor oog hebben, goed wetende dat dat niet altijd in dank wordt afgenomen. Met de woorden van de ex-woordvoerster van de privacycommissie in mijn achterhoofd kan ik alleen maar zeggen dat een burgemeester niet boven de rest moet staan; in zijn functie vertegenwoordigt hij iedereen, dus niet alleen gelijkgezinden.(6)
Ik merkte de voorbije weken dat de kern van de dromen die ik hier beschrijf door vele Merchtemnaren wordt gedeeld. Ik leef natuurlijk niet alleen op de wereld en ik wil graag met mensen rond tafel zitten die ook dromen van een ander Merchtem, zowel politici als anderen. Ik zie dit document dan ook als een vertrekpunt, niet als een eindpunt. Ik nodig iedereen uit om samen te denken over onze gemeente. Contacteer me gerust.
Joris Verspecht.
- Op zijn blog formuleerde schepen De Valck het zo: “Als we woonkwaliteit gaan uitdrukken in minstens een terras van 6 m², een berging van 4 m², een fietsenstalling van 2 m², 1 autostaanplaats / 50 m² bewoonde oppervlakte … dat is snel geschreven. Maar zal ik U eens de bouwkost geven van al dat fraais?” (artikel “Merchtem heeft zijn Macron” – gelezen op 23/7/2017).
2. Deze twaalf factoren zijn : 1. Bescherming tegen verkeer 2. Bescherming tegen misdaad 3. Bescherming tegen onprettige omgevingsfactoren 4. Wandelmogelijkheid 5. Een plek om te blijven staan 6. Een plek om te zitten 7. Dingen kunnen zien 8. Mogelijkheid tot gesprek 9. Mogelijkheid voor spel 10. Schaal van ruimte en gebouwen 11. Mogelijkheid om van het goed weer te genieten 12. Esthetische kwaliteit. Zie ook in Lokaal, 16/11/2011 (blad van Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw)
3. Gemeenteraad februari 2012
4. Het laatste verslag van de cultuurraad dateerde van januari 2016, voor de jeugdraad is het februari 2016, nog slechter gesteld is het bij de GECORO: september 2015. Bron: www.merchtem.be, 23/7/2017
5. Gemeenteraad van 15 oktober 2010
6. Naar aanleiding van verdachtmakingen en schandpaalpraktijken stelde de toenmalige woordvoerster van de privacycommissie over onze burgemeester: “Zijn functie betekent immers niet dat hij meer mag of kan dan iemand anders.” Geciteerd in het artikel Burgemeester De Block nagelt inwoners aan de schandpaal. “Moet ik soms wachten tot justitie iets doet?” Bron: www.knack.be, artikel 130661, 24/2/2014
.